Alle soorten voetgangers in het verkeer

Voetgangers behoren tot de kwetsbaarste groep in het verkeer. Als bestuurder betekent dit dat jij extra alert moet zijn en rekening met hen moet houden. Gelukkig hebben voetgangers vaak hun eigen veilige ruimte, zoals een stoep of een wandelpad. Maar op drukke plekken waar mensen regelmatig de straat oversteken, zijn er voorzieningen zoals zebrapaden of verkeerslichten. Voor sommige voetgangers, zoals mensen met een beperking of blinden en slechtzienden, gelden speciale regels om hun veiligheid nog beter te waarborgen.

Wanneer voorrang verlenen op een voetgangersoversteekplaats?

Wanneer je een zebrapad nadert, is het belangrijk om goed op te letten. Als automobilist moet je namelijk altijd stoppen voor voetgangers die al aan het oversteken zijn of duidelijk van plan zijn om over te steken. Dit geldt trouwens ook voor mensen in een gehandicaptenvoertuig die het zebrapad gebruiken om van het ene trottoir naar het andere te komen. In deze situatie gelden ze als voetganger, en hebben ze dus net zoveel recht om voor te gaan.

Zodra je een voetgangersoversteekplaats nadert, is het verstandig om niet alleen op je eigen snelheid te letten, maar ook in de gaten te houden wat er achter je gebeurt. Begin tijdig te vertragen, zodat iedereen kan zien dat je van plan bent om te stoppen. Hiermee geef je voetgangers het signaal dat ze veilig kunnen oversteken. Als je wilt, kun je met een vriendelijk handgebaar duidelijk maken dat ze mogen gaan. Probeer echter geen misbruik te maken van hun aarzeling door extra lang te wachten of abrupt te stoppen. Veiligheid gaat boven alles!

Antwoord: Wanneer voetgangers een oversteekplaats naderen, is het jouw taak als bestuurder om hen altijd voorrang te geven. Dit betekent dat je geduldig moet stoppen en ze de ruimte moet geven om veilig over te steken.

Wat zijn de voorrangsregels bij blinden en zich moeilijk voortbewegende personen?

Als er geen zebrapad is, ben je als bestuurder niet verplicht om voetgangers die willen oversteken voorrang te geven. Maar er zijn twee belangrijke uitzonderingen waarbij je wel moet stoppen:

• Mensen met een visuele beperking, te herkennen aan hun witte stok of hulphond.
• Personen die zich moeizaam voortbewegen, bijvoorbeeld door het gebruik van een rollator of een wandelstok.

Voor deze twee groepen geldt dat je ze altijd voorrang moet geven als ze willen oversteken, ongeacht of er een voetgangersoversteekplaats is. Belangrijk om te weten: mensen in een rolstoel vallen niet onder deze uitzondering. Zij worden niet beschouwd als ‘personen die zich moeilijk voortbewegen’ volgens deze regel.

Hoe weet je nu dat iemand met een visuele beperking wil oversteken? Heel simpel: als de witte stok naar voren wijst, is dat een duidelijk teken dat de persoon wil oversteken. En ja, dan is stoppen dus een must!

Antwoord: Voor mensen die moeilijk ter been zijn, of die blind of slechtziend, geldt een extra belangrijke regel: ook zij verdienen altijd jouw voorrang bij het oversteken. Als je iemand met een witte stok of een hulphond tegenkomt, of iemand die zich langzaam voortbeweegt, zorg er dan voor dat je hen alle tijd en ruimte biedt om veilig de weg over te steken.

Wat zijn de voorrangsregels voor voetgangers in een woonerf?

Een erf herken je aan het blauwe bord met een huisje en een speeltuin erop, oftewel bord G-5. Voetgangers mogen hier overal wandelen, want het erf is hun terrein! Qua voorrang verandert er niets ten opzichte van de ‘gewone’ straat: dezelfde regels blijven gelden. Maar omdat je in een erf niet harder mag rijden dan 15 km/u, zijn ze veel veiliger voor kinderen die spelen en mensen die wandelen.

Bij de meeste erven is de ingang of uitgang herkenbaar aan een soort drempel of helling: de zogenaamde inrit- en uitritconstructies. Daar geldt: bij het oprijden of verlaten van een erf moet je alle andere verkeersdeelnemers, ook voetgangers, voor laten gaan. Is er geen speciale constructie? Dan geldt deze verplichting niet. Zo simpel is het!

Antwoord: Wanneer je een woonerf verlaat, herkenbaar aan de speciale in- en uitritconstructies, moet je altijd voetgangers voorrang geven. Dit wordt beschouwd als een bijzondere verkeerssituatie.

Wat zijn de voorrangsregels voor voetgangers bij een bus- en tramhalte?

Kom je in de buurt van een bus- of tramhalte waar mensen midden op de weg moeten in- of uitstappen? Houd dan goed in de gaten of er een veilige plek is, zoals een middenberm of vluchtheuvel, waar ze kunnen wachten. Is die er niet? Dan ben je verplicht de passagiers voorrang te geven, zodat ze veilig kunnen oversteken naar het voetpad of naar het voertuig. Maar, is er wél zo’n veilige plek aanwezig? Dan kun je rustig doorrijden zonder ze voor te laten gaan. Dus: goed opletten, even vriendelijk zwaaien en rij veilig verder!

Antwoord: Bij een bus- of tramhalte waar voetgangers geen veilige plek hebben om te wachten, zoals een vluchtheuvel of middenberm, moet je hen de ruimte geven als ze willen oversteken naar het trottoir. Dit betekent dat je moet stoppen en hen eerst laten passeren voordat je verder rijdt.

Antwoord: Aan de andere kant, als er bij de halte wel een veilige plek is waar voetgangers kunnen wachten, zoals een vluchtheuvel of een ruime middenberm, hoef je niet te stoppen voor hen. Vergeet echter niet om altijd je snelheid te verlagen als je langs zo’n halte rijdt. Dit zorgt ervoor dat je alert blijft voor eventuele voetgangers die misschien niet helemaal opletten. Veiligheid eerst!

Wat zijn de voorrangsregels bij normale voetgangers?

Bij het afslaan moet je niet alleen rekening houden met andere voertuigen, maar ook met voetgangers! Het principe ‘rechtdoor heeft voorrang op afslaand verkeer’ geldt namelijk voor iedereen die de weg gebruikt. Of je nu een auto bestuurt, op de fiets zit of te voet bent, het is belangrijk om goed te kijken of er mensen zijn die rechtdoor willen voordat je links- of rechtsaf slaat. Die voetgangers hebben namelijk altijd voorrang. Dus, voordat je een bocht maakt, check even goed of er geen wandelaars vrolijk doorstappen in hun rechte lijn. Veilig voor hen, en ook voor jou!

Super truckje: Een eenvoudige truc om te onthouden wanneer je voetgangers voorrang moet geven: als je hun gezicht of rug ziet, laat je ze oversteken. Zie je echter hun zijkant, oftewel hun oren, dan hoef je ze niet voor te laten gaan!

Antwoord: In situatie A zie je alleen de zijkant van de voetganger, oftewel hun oren. In dit geval hoef je hen niet voorrang te geven. Maar in situatie B, als je het gezicht van de voetganger kunt zien, moet je hen wel voorrang geven. Let op: de voorrangsborden gelden niet voor voetgangers, dus trap er niet in en pas gewoon de tricks toe!

Geen zin om nog verder te leren? Meld je aan voor een theorie cursus of koop een pakketje voor onze online app en slaag in 1 keer voor je theorie examen 😉